Afgelopen jaar heb ik een zestal deelnemers geïnterviewd die bij de eerste Nederlandse leergemeenschap zaten van 5 jaar geleden. Wat gebeurde er? Dat is teveel voor een blog. Maar ik wil voor nu graag twee dingen delen die ik te horen kreeg en ook breder herken. Twee drempels die tegelijk sleutels blijken naar verandering.

Toen ik zelf betrokken raakte bij de eerste leergemeenschap die nog vanuit Sheffield naar ons toekwam, wist ik niet waar ik aan begon. Ik wist genoeg om met overtuiging mee te doen, maar intussen merk ik dat bezig zijn met een cultuur van discipelschap en met integraal missionair zijn, niet maar wat termen zijn, maar werkelijk een andere manier van denken en doen zijn.
Om dat toe te lichten noem ik hier twee hiccups van kerken en initiatieven die met ons meededen. Deelnemers hikken aan tegen zowel discipelschap als tegen wat wij missiegemeenschappen noemen. Het waren niet de huddels met hun wat hilarische benaming: die zorgden wel voor free publicity en grappen, maar eigenlijk doen de meeste deelnemers hier vooral hun winst mee: samen een coachkring vormen voor leiders die als zeer vormend en helpend wordt ervaren.
Nee de eerste hik zit ‘m hier: discipelschap er maar niet wat er bij doen terwijl je intussen gewoon doorgaat met ‘gewoon kerk zijn’. Iedereen die een beetje bijbelvast is, kan weinig bezwaar tegen discipelschap of navolging van Jezus hebben. Iedereen die ik spreek vindt het belangrijk. Spannender wordt het als mensen er echt mee bezig gaan en ontdekken dat je zoiets niet organiseert. Dat het een cultuuromslag is. En hoe organiseer je in hemelsnaam een cultuuromslag in de kerk? Nee, die organiseer je niet even. Dat is een lang proces.
Zo kwamen de verhalen: over situaties waarin het niet werkte omdat het ook gewoon veel tijd kost en we al zoveel doen in de kerk. Over een gemeente die een bestuurscultuur kende en de leiders te lang zichzelf buiten schot hielden in de hoop dat de gemeenteleden het wel zouden oppakken. Intussen zijn ze zelf tot de ontdekking gekomen dat discipelschap bij jezelf begint en dat het vraagt dat je als leider in de gemeente anders gaat denken en doen. Dat je andere prioriteiten gaat stellen. Dat je agenda echt open moet en er andere keuzes gemaakt moeten worden.
Ik zie bij deelnemende kerken vaak de worsteling: ‘hoe doen we dit er allemaal bij?’. Hoe kun je als kerkenraad ook nog discipelschap willen stimuleren als je al zoveel voor de kerk doet? Nee, uit ervaringen blijkt intussen: het kan niet. Dit is een eerste belemmering, een forse hiccup voor de gemiddelde kerk om werkelijk met discipelschap aan de slag te gaan.
Kan het anders: ja dat vertellen de verhalen ook. Agenda’s die na een paar jaar (!) open breken. Ritmes die wel mogelijk werden en een heel ander plaatje opleverden. Een gemeente die nu een beweging laat zien van groepen die met elkaar optrekken, netwerken die zichzelf verder vormen en mensen die bewust in een buurt gaan wonen om geloven dichtbij huis in praktijk te brengen.
Les 1 uit de verhalen: een cultuur van discipelschap is echt anders kerk willen zijn en dat ook beginnen te doen. Niet erbij doen, maar in de basis anders kijken en andere keuzes maken. Iemand verzuchtte gisteravond nog in een gesprek hierover: “ik was aanvankelijk bang dat het weer een modelletje zou zijn, maar dat is het dus echt niet. Het zijn principes gebleken voor je eigen context en dat werkt.”
De tweede hiccup is minstens zo pittig. Wat ik bij 5 van de 6 kerken uit mijn rondje interviews terugzie is: er is een eerste begin van missiegroepen of missional communities. Tegelijk is dit een lastige route: van falen, terug naar af, gevoel van mislukking en dan ineens een paar communities die echt met elkaar gaan optrekken en nieuwe mensen begroeten van buiten het kerkelijke plaatje. Mensen die wel daar zich verbinden maar zich niet in de kerkdienst zullen vertonen. Een bonte mix van zoekers, culturen, achtergronden die voorzichtig een relatie beginnen te krijgen met oprecht geloof als epicentrum van een beweging in de buurt.
Er zijn tegelijk veel kerken waar het juist hier blijft haken. Ze hikken aan tegen de echte stap naar missiegemeenschappen. Twijfels blijven verlammen: is dit het wel? Past dit wel in ónze gemeente? Zijn huisgroepen niet al heel mooi?
Het is on-Nederlands: groepen die niet als bijbelstudiegroepje of gebedsgroep soms bij elkaar komen, maar echt het leven delen, samen verantwoordelijkheid delen en een warm welkom zijn in hun buurt of netwerk. Juist daar gebeurt kerk, maar uit de verhalen merk ik ook: zoiets moet je zelf proeven en ervaren. En precies dat is de moeite als je die ervaring nog niet hebt! Intussen komen er meer en meer verhalen van plekken waar het wel gebeurt.
Een paar gezinnen die dit samen vormgeven in Maastricht en op bepaalde momenten zo’n veertig mensen bij elkaar weten te brengen en verbinden. Een rommelige groep die niet in een hokje past, maar met een kloppend hart. Een andere groep die ergens in een Rotterdamse wijk regelmatig bij elkaar komt en zich bekommert om een buurt. Weer een andere groep mensen in Wageningen die aangeven: dit is mijn thuis en dan de ontmoetingsgroep bedoelen en niet de kerkdienst. De verhalen druppelen intussen van diverse kanten. Als team van Nederland Zoekt willen we ons inzetten die verhalen meer te gaan delen. Ook op deze plaats.
Wat hier gebeurt is veel: zo’n groep blijkt na een tijdje iets heel anders te zijn dan een gewone huiskring of een werkgroepje uit een kerk. Mensen gaan anders kijken naar geloven in het dagelijks leven. Samen doe je dat anders. Delen maakt verschil en de integratie van geloof, community en hart hebben voor je omgeving verandert eigenlijk alles.
De overeenkomst tussen deze twee hiccups? Dat ze beide een forse stap zijn die je niet 1-2-3 zet in een bestaande kerk en zelfs niet in een pioniersplek. Je kunt er flink tegenaan hikken of zelf op afknappen als het niet wil lukken. De andere kant: in beide gevallen kun je niet meer terug als je het eenmaal gaat doen. Het is een andere manier van geloven en kerk zijn. Rommeliger, onzekerder, riskanter, maar ook zo inspirerend, zo goed nieuws voor jezelf en zulk goed nieuws voor kerk zijn zoals het bedoeld is: als een community die niet en instituut is of een ding, maar een levende beweging midden in real life.
Misschien is dat wel de grootste hiccup voor christenen vandaag: het real life aan durven gaan met alles erop en eraan.