We zijn in Utrecht. Tussen de flats van Kanaleneiland parkeren we onze auto en lopen we het kleurrijke Huis van Vrede tegemoet. De plek heeft uitstraling. Een tuin vol wuivende knalgele zonnebloemen lijkt ons te begroeten. De flat aan de overkant valt op omdat het woord WELKOM in meerdere talen prominent op de voorkant prijkt. Bij de ingang wappert een banner van NederlandZoekt…vol foto’s van voordeuren en mensen. Een paar gezichten kennen we. Gezichten van mensen die we misschien vandaag ontmoeten. Mensen die, net als wij, er naar verlangen om hun leven met God met anderen te delen.
Eenmaal binnen geef ik mijn ogen, oren en neus de kost. Het Huis van Vrede is een kerk. Een droomkerk. Een levendig sfeervol ingericht huis, waar mensen van allerlei nationaliteiten elkaar zién en begroeten als familie. Links achterin zit een naaiatelier waar een aantal mannen de prachtigste dingen maken. Aan de muur hangt kunst en rechts ontdek ik een bibliotheek. Er pruttelt koffie en de geur van heerlijke kruiden komt me tegemoet. Hier is leven. Mensen lopen in en uit. Alles wat er van deze plek uitgaat zou ik zo willen oppakken en meenemen naar onze woonplaats. Wat gaaf!
Na een persoonlijke welkom en een aantal typische after-corona-begroetingen (doen we een boks of toch maar een knuffel) nestelen we ons met een kop hete thee in een diepe bank. Er klinkt een ritme van een cajon en de vraag of er toevallig iemand is de gitaar wil overnemen. Dit is één van de dingen die ik erg waardeer in Nederland Zoekt… De laagdrempelige sfeer. Als je zelf een inbreng wil hebben, dan kan dat. We doen het samen. Die inbreng hoeft niet goed of perfect te zijn. Er is juist ruimte voor kwetsbare verhalen, stotterende woorden, een valse noot (niet gehoord die dag, maar het zou kunnen, dat weet ik zeker), oefenen en leren.
Ik beken dat ik af en toe met een schuin oog naar het groene gras van een ander missionair initiatief kijk. Zoals na de zomer, toen we in Deventer bespraken dat we toe zijn aan rust. Na een vol coronajaar gooiden we het aantal activiteiten omlaag. Op dat soort momenten vraag me af hoe anderen dat toch doen? Hoe dragen ze dat allemaal, waar halen zij de tijd vandaan en de vrijwilligers? Ik vergeet te overleggen met God of bij Hem op te laden. Ik voel mijzelf verantwoordelijk en kijk met licht ontzag naar de projecten die hun website wél goed op orde hebben of waar wél een doop heeft plaatsgevonden.
Pffffff, Adem. Deze netwerkdag bepaalt me weer met Wie ik werk. Of beter nog: andersom. Hij werkt en werk wat mee. Dat anderen ook worstelen en teleurgesteld zijn wanneer mensen die er nu aan toe zijn zelf leider te worden, vertrekken. Dat bijbelse groei niet gelijk staat aan meer, effectiever en groter. Maar dat groei en bloei past binnen seizoenen waarin ook snoei een onderdeel vormt.
Ook krijg ik een mooi handvat mee. Een vorm van bidden, die denk ik goed past binnen ons gezin. Waarbij we onze handen als symbolen omhoog houden, open vouwen en vervolgens naar voren steken. Terwijl we dit doen, spreken we een gebed uit. Ik merk dat deze gebaren een lading geven aan dat wat ik belijd of vraag. Ze geven bovendien structuur. En ik krijg er zin in om thuis met onze jongens woorden te geven aan onze belijdenis, lofprijs en vragen.
We sluiten de dag af aan de tafel van Jezus Christus. Zo waar als we het brood en de wijn proeven, zo waar is de weg naar Hem vrij!
Met nieuwe inspiratie, verbondenheid, genade, perspectief en ideeën laten we Utrecht achter ons. Tot de volgende netwerkdag. Dan laden we graag weer op bij al dit goede.
Annelies Toebes
Zin in Deventer