Je kent het wel: die metafoor van de kerk als een cruiseschip met reddingsboten of ook wel lifeboats. Een beeld dat regelmatig opduikt en mooi beeldend kan werken om de missionaire kerk te schetsen. Het heeft wat, ik heb het jarenlang wel prima gevonden, al kwam het om de een of andere reden nooit heel diep bij me binnen.
Ik heb ontdekt dat ik graag van die boot af wil. Ik zal je vertellen waarom. Het beeld is misschien wel beter op een andere manier dan ik ooit doorhad. Ik heb getwijfeld of ik dit wel hardop zou gaan zeggen en zelfs opschrijven. Maar ik neem de gok. Met het risico dat ik mensen verlos van een aanlokkelijk plaatje.
Het mooie beeld gaat natuurlijk over een gepassioneerd geheel: een grote boot in een grote zee als een kerk die zich bewust is van z’n missie in de wereld. Een boot waar mensen op krachten komen, sterker nog: gered uit de koude zee. Een boot waar alles is wat je nodig hebt en tegelijk eentje die goed uitgerust is met die mooie lifeboats die continu de zee opgestuurd worden. Niks mee met zo’n beeld zou je denken.
Het lastige is dat ongemerkt er wel een theologisch kader ingeslopen is van een kerk die vooral tegenover de wereld staat: boot versus zee. Leven tegenover dood. Ja, daar zit iets in. Gered worden: dat kan vertrouwd klinken. Bijbels te onderbouwen. Maar het beeld pakt zozeer dat element van redden uit de wereld op dat het verder een moeizaam gebeuren wordt. Mijn grote moeite is dat ik hier zomaar opgescheept zit met de drive van ‘alle mensen gaan verloren’ en de angst en kramp die daarbij hoort.
Een oordeel dat mij te snel gaat en vooral een beeld dat me niet helpt om andere aspecten van het evangelie voor het voetlicht te halen: de zoektocht naar God, lange complexe processen tussen geloof en ongeloof aan beide kanten van het plaatje. Het is een beeld dat me duwt in een kader met een scherpe scheidslijn. Tenslotte laat een zee waar je in ligt en waar je zult verdrinken niets te nuanceren over. Maar het is niet het gevoel van de gemiddelde seculiere Nederlander. Het is ook niet helpend bij het inclusieve denken voor kerken die werkelijk het evangelie willen belichamen: goed nieuws zijn. Inclusieve gemeenschappen van goed nieuws waar mensen elkaar meenemen in de navolging van Jezus.
Het is nog wat pittiger. Reddingsboten moeten in dit verhaal aanduiden hoe gemeenten missionaire groepen of communities kunnen vormen. Die zijn dan de lifeboats die mensen verbinden. Prachtig beeld voor een moment, maar daarna vraag ik me dan af: hoe leuk is het nou eigenlijk om op een reddingsboot te zitten? Niet zo comfortabel en ook nog een koud en wiebelig. Puur een middel om zo snel mogelijk bij de grote boot te komen en aan boord gehesen te worden. Kortom: geen plek van goed nieuws waar dat geleefd wordt, waar mensen hun leven delen, waar geloof en leven met elkaar verbonden worden en waar op het grensvlak van kerk en wereld met elkaar opgetrokken wordt. En mijn verlangen is nou net dat kerken gaan ontdekken dat die missional communities de plekken zijn waar je kerk zijn gaat vinden. Dat zijn de plekken waar het gebeurt. Geen tijdelijke lijntjes die we uitwerpen in de visvijver van de evangelisatie, maar plekken waar we wonen, eten, liefhebben, geloven en de zegen van God delen met gasten, buren en nieuwkomers.
Waar het beeld meer klopt dan me lief is, dat is de boot zelf. Groot. Klopt. Log. Check. Luxe en comfortabel: die cruiseboot is niet om te werken, maar om te genieten toch? En het idee dat de boot ook nog ergens heen gaat valt ook al weer buiten dit relaxte plaatje. Ik zie maar steeds het beeld voor me van al die gasten die op het zonnedek in teakhouten ligstoelen de middagzon meepakken. Hier klopt best iets van, maar niet dat het een missionair bevlogen geheel is. Herstellingsoord voor drenkelingen? Wellicht, maar vooral toch zeker de plek waar je naar toe gebracht wordt om daar voorlopig te blijven? Ik ga niet op een cruise om vervolgens de meeste tijd in de reddingsboten door te brengen.
Het beeld klopt hier in zoverre als jij en ik tegen bestaande kerkvormen aanlopen die behoorlijk centraal zijn: kom bij ons. Een aanzuigende werking naar de centrale samenkomst op zondag, meer dan een beweging naar buiten met een gerichtheid op inwijden, groeien en uitzenden. Past allemaal niet in het beeld van het cruiseschip. Ik overvraag het dus? Nou, ik leg het gewoon even tegen de kerkelijke praktijk aan en herken meer dan fijn is. Ook dat deze boot behoorlijk duur in onderhoud is geworden. Het kan heel wat tijd kosten om alles op de rit te houden. Roest is ook al een dingetje, dat heb je bij oudere boten en deze gaat al minstens een paar honderd jaar mee.
Kortom: we moeten van die boot af zien te komen. Misschien zijn die lifeboats dan toch wel een goed idee. Maar dan om er mee weg te komen. Voordat de roest het grote gevaarte zo ver heeft aangetast dat het als de Titanic naar de bodem verdwijnt van dezelfde zee waaruit mensen gered moeten worden. Hoe redt de kerk zichzelf? vraag ik me af.
Misschien gewoon maar eens afscheid durven nemen van deze boot weg. Uitstappen in geloof. Die uitdrukking komt ineens goed van pas. Stap over op die beroerde oncomfortabele kleine lifeboats en laten we naar de vaste wal zien te komen. Om daar gewoon maar kleine gemeenschappen starten vanuit gewone huizen waar we wonen. Met twee benen in het volle leven. Deelnemen aan wat we daar aantreffen en vriendschappen aangaan met de inheemse bevolking. Geen grote constructies bouwen die onze omgeving weer op afstand houden, maar liever kijken wat er past bij de plaatselijke cultuur en de mensen zoeken waar ze zijn. Midden in het leven.
Stap uit de boot en laten we iets beters bedenken. Iets waardoor het evangelie voet aan de grond krijgt. Dat lijkt me pas goed nieuws.